Reactie VNG op wetsvoorstel Kraken en Leegstand

Reactie VNG op wetsvoorstel Kraken en Leegstand vng

De VNG waardeert dat problematische leegstand door de initiatiefnemers is geagendeerd. Gemeenten zijn blij met extra instrumenten ter bestrijding van leegstand. De VNG is echter niet overtuigd dat met het wetsvoorstel Kraken en Leegstand een adequate oplossing geboden wordt.

Kraken

Het wetsvoorstel schiet met het kraakverbod het doel voorbij. De overlast van kraken is zeer beperkt en de proportionaliteit van de voorgestelde aanpak is niet onderbouwd, zoals ook de Raad van State al concludeerde. Er zijn gemeenten waar vooral gewelddadige krakers en het verhalen van schade bij/na ontruimingen een probleem is. Deze bewijslastproblematiek wordt met dit wetsvoorstel niet opgelost. Er zijn ook gemeenten waar kraken een duidelijke meerwaarde heeft in het tegengaan van leegstand en het motiveren van eigenaren van (niet woon-)gebouwen om mee te werken aan het tegengaan van leegstand. De VNG bestrijdt de mening van de indieners dat dit afhankelijk is van ‘de durf van lokale bestuurders’. Het gebrek aan adequaat instrumentarium en het feit dat eigenaren moeilijk aan te pakken zijn is de oorzaak, leegstaan is voor hen goedkoper dan slopen of verkopen. Op zijn minst zou er lokaal keuzevrijheid moeten zijn of in een gemeente een kraakverbod gewenst is, of niet.

Leegstand

Frictieleegstand van woningen, zoals in Utrecht en Amsterdam, is zeer noodzakelijk voor een goede doorstroming op de woningmarkt. Structurele leegstand zoals in Oost-Groningen, Limburg en Zeeland, maar ook in bijv. Rotterdam, is met dit wetsvoorstel niet op te lossen, deze hangt direct samen met de bevolkingsdaling/krimp. De wijze waarop alle verantwoordelijkheid voor leegstandsbestrijding bij gemeenten wordt gelegd, geeft de indruk dat ook die leegstand die door krimp is ontstaan financieel op het bordje van de gemeenten wordt gelegd. Dit is oneigenlijk.

Alle suggesties van individuele gemeenten en VNG voor een betere, effectievere en efficiëntere aanpak hebben niet tot wijziging van het wetsvoorstel geleid. Het financieel en fiscaal aanpakken van de eigenaar heeft een veel directer effect dan weer een verordening en nog meer handhavingsplichten.

Het voorgestelde instrumentarium stelt extra eisen aan gemeenten (bestuurlijke drukte en nog meer regelgeving) en zorgt voor extra verordeningen en meer uitvoeringslasten. Voorkom opeenstapeling van wetten en onnodige uitvoeringslasten voor gemeenten. De feitelijke onderbouwing en de financiële gevolgen (bestuurlijke lastenonderzoek) van de voorgestelde instrumenten ontbreekt.

Het toevoegen van een meldplicht ervaart de VNG overigens als positief, het feit dat er niet gerept wordt over de ongetwijfeld hoge kosten die dit voor gemeenten oplevert niet. De meldplicht is zodoende niet uitvoerbaar. Ook de Raad van State vraagt hier ook al aandacht hiervoor. Het voorstel m.b.t. leegstandsbestrijding vult wel een lacune in de regelgeving: de aanpak van leegstand van niet-woongebouwen. Mogelijk kan dit gat in de regelgeving op een andere manier ingevuld worden.

VNG pleit voor een gezamenlijk met de minister in te richten communicatietraject.

Een betere inzet van de huidige wetgeving en mogelijk kleine aanpassingen daarvan kunnen veel meer opleveren:

  • tijdelijke verhuurmogelijkheden uit de leegstandswet beter benutten
  • meer faciliteiten voor gemeenten t.a.v. transformatie van gebouwen en herstructurering (zoals onteigenen t.b.v. sloop/herstructureren)
  • een leegstandsheffing opnemen in Leegstandswet

VNG, september 2009